Vorige maand schreef ik over het boek Te Voet van Shane O’Mara, de Ierse neurowetenschapper die een pleidooi houdt voor wandelen als preventief medicijn. Het boek heeft veel publiciteit gekregen wat op zich al bijzonder is. Wandelen krijgt gelukkig steeds meer serieuze aandacht. Dat is ook noodzakelijk betoogd O´Mara vanwege ons zittende bestaan. We moeten onze hersenen in training houden en dat doen we het beste door elke dag te wandelen. Een mooie metafoor daarvoor is de door hem beschreven levenscyclus van de zakpijp. De zakpijp is een primitief diertje dat leeft langs zeekusten. In zijn jonge jaren heeft het een soort van oog, een brein en een ruggengraat. Daarmee staat hij aan het begin van de dieren met een ruggengraat zoals wij. Hij zwemt rond en vangt zijn voedsel. Het opmerkelijke van dat diertje is dat als hij ouder wordt hij zich gaat vestigen op een ondergrond. Eenmaal vast verdwijnt het oog, het brein en de ruggengraat, niet meer nodig. Zonder beweging geen hersenen. Tja.
Veel dichters, filosofen en andere denkers hebben de waarde van wandelen voor hun werk, dus voor hun hersenactiviteit, ten volle benut om het verschil te maken. Het is daarom des te opmerkelijk dat er toch niet echt een wandelcultuur is ontstaan in Universiteiten en Hogescholen. Plekken waar onze hersenactiviteit wordt getraind. Wandelen zou het uiteindelijke resultaat kunnen versterken. Vorige week nam ik een studententeam mee naar buiten omdat ze elkaar feedback moesten geven én een cijfer. Een van de Indonesische studenten gaf als reactie terug dat dit zoveel beter werkte dan binnen in een muf zaaltje. Al wandelend in de buitenlucht is het makkelijker om open naar elkaar te zijn, merkte ze op. En dat is precies waarom ik ze meenam naar buiten.
Gelukkig wordt er wel veel gewandeld in lunchtijd. Dat is in mijn beleving sterk toegenomen de laatste 10 jaar. Zowel op de campus als op een bedrijventerrein zie je tussen de middag groepjes mensen lopen met de boterham in de hand. De inrichters van die terreinen zouden daar wel wat meer rekening mee mogen houden en de boel meer vergroenen. Het wandelt toch echt leuker met bomen en plantjes in de buurt. En O´Mare schrijft wel dat wandelen door de stad ook goed werkt maar tevens dat ruwe ondergrond van het niet gebaande pad onze hersenen nog meer traint.
Vorige week was ik bij een concert waar het eerste Vioolconcert van Prokofjev werd uitgevoerd. Wat las ik tot mijn verrassing in de bijgeleverde folder? “Volgens zijn eerste biograaf Israel Nestjev componeerde Prokofjev tijdens lange wandelingen door de zomerse velden“. Ik kende al wel verhalen over componisten die zich lieten inspireren door vogelgeluiden en onweer en storm maar het componeren tijdens het wandelen was nieuw voor mij. Een uitstekend voorbeeld hoe wandelen de creativiteit verhoogt, het is een prachtig vioolconcert!
Ik word door dit alles nog weer gestimuleerd om door te gaan met mijn werk. Een nieuw product samen met de filosoof is in de maak. Het gaat een combinatie worden van bosbaden, creativiteit, zin en stappen zetten. Binnenkort hoor je daar meer over.