In de uiterwaarden van Wageningen werd ik onlangs weer aangenaam verrast door de onmiskenbare sporen van de bever die daar sinds kort is komen wonen. Wat een ijver legt dat beest aan de dag! Niks mis met zijn motivatie. Hij zet zijn talenten, sterke voortanden die hele bomen om kunnen knagen, met verve in om aan voedsel te komen en om zijn burcht te versterken. Hij wordt er steeds beter in want het lijkt wel of hij steeds dikkere bomen aanpakt. Verder treedt het dier volledig autonoom op mits de natuurlijke omstandigheden zich daartoe lenen: water, een wilgenbosje en een relatief rustige plek.
In januari 2013 schreef ik al eerder over motivatie geïnspireerd door het boek van Daniel Pink. Hij beschrijft een ontwikkeling die wij mensen hebben doorgemaakt tav motivatie. Hij beschrijft Motivatie 3.0. We worden innerlijk gemotiveerd als we onze talenten kunnen inzetten en dat tot meesterschap brengen. En als we dat autonoom kunnen doen in dienst van een doel dat hoger is dan voor onszelf alleen.
De bever lijkt zowaar te voldoen aan twee vereisten, hij zet autonoom zijn talenten in en wordt daar steeds beter in. In hoeverre hij dat doet voor een hoger doel weten we niet. Instinctief natuurlijk wel namelijk het voortbestaan van de soort. De bioloog in mij zegt echter dat de bever handelt vanuit motivatie 1.0: voedsel, veiligheid en voortplanting. Ik heb autonomie hier dus wat te gemakkelijk vertaald in zelfstandig. De bever kan nl niet kiezen om morgen maar eens vis te gaan vangen voor de verandering. Of het initiatief nemen tot samenwerking met een reiger. Hij neemt ook geen verantwoordelijkheid voor de puinhoop die hij achterlaat in het wilgenbosje. Autonomie gaat dus meer over zelf kiezen wanneer initiatieven te nemen en daarvoor ook verantwoordelijkheid dragen.
Dan is er natuurlijk ook nog motivatie 2.0: belonen en straffen. Dat is het motivatiepatroon waar we veelal nog steeds in zitten. Het bekende plaatje van de hengel met de wortel die je wordt voorgehouden om in beweging te komen en te blijven. Heel effectief als het gaat om routinematig werk waar je nauwelijks wordt aangesproken op je sterke kant. Het uitgangspunt bij werk dat is gebaseerd op motivatie 2.0 is dat mensen niet graag willen werken. De enige voldoening is de bijschrijving op de bank elke maand. Het gaat hier om motivatie van buitenaf. In de natuur kan ik geen voorbeelden van een dergelijke motivatie bedenken. In de natuur werkt iets vooral als de sterke kant wordt ingezet en geperfectioneerd om aan voedsel te komen en om de soort te behouden.
Motivatie 1.0, ook het eerste motivatiepatroon van de mensheid, ligt in mijn ogen daarmee minder ver af van het ideale 3.0 dan 2.0 dat doet. De uitgangssituatie, namelijk doen waar je goed in bent, is gedurende de tijden geëvolueerd is een veel grotere diversiteit dan waar onze voorouders van konden dromen. En omdat onze samenlevingen steeds complexer werden en steeds meer verweven zijn, zijn er dingen bijgekomen die belangrijk zijn zoals dat hogere doel en echte autonomie.In de volgende artikelen ga ik nader in op alle deze aspecten van innerlijke motivatie.
Voor nu nog een werkvorm om jezelf (weer) in contact te brengen met waar jij goed in bent. Ga wandelen in een bos of park met bomen. Als je lekker in een wandelritme bent laat je wat gedachten opkomen over jouw sterke kant. Terwijl je daar mee bezig bent blijven je ogen naar de bomen kijken. Je zult zien dat er ineens een boom is die je aandacht trekt. Ga die boom eens nader onderzoeken. Is het een snelle groeier of juist een langzame? Hoe ziet de schors eruit? Wat is zijn plek in het bos? Kan hij concurreren met de andere om hem heen om het zonlicht? Wat valt op aan deze boom? Welke oplossingen heeft deze boom ´bedacht´ voor de problemen waar jij mee kampt? Helpt het je om je eigen sterke kant in beeld te krijgen?
Laat mij weten wat de opdracht je opleverde.