In de natuur heeft alles een plek en een functie op die plek. Alles in samenhang voor een goed functionerend geheel. Een bever zwemt en klimt niet in een boom maar knaagt ze om en eet de malse takken en blaadjes. Een reiger woont niet in een onderwater hol maar maakt een nest in de boom en is een alleseter, vis, kikker, mossel én frites met kroket als hij in Amsterdam woont. Kennelijk passen sommige dieren het eten van hun voorkeur aan als ze samen met mensen gaan wonen. Zie bv ook de pindakaas etende vogels in de stadstuinen.
Dieren functioneren het beste als ze datgene kunnen doen waar ze goed in zijn. De bever in het omknagen van een wilg, de reiger in het geduldig jagen op iets eetbaars, en dat doet hij ook in die snackbar in Amsterdam. Is dat zo gek veel anders bij mensen?
In het Trendrapport Werkgeluk in Nederland van The Insights Group Ltd, 2017, lees ik dat 52% eigenlijk ander werk zou willen hebben op basis van het niet helemaal aansluiten bij hun wensen, verlangens en behoeften. Wij mensen moeten dus ook passen in de omgeving om ons goed te voelen en met plezier te werken. Dat geldt zowel letterlijk voor de omgeving, ik functioneer bv het beste in een ruimte waar ik alleen zit en omringd ben door mijn kleuren, als figuurlijk wie zijn de mensen waarmee je werkt, wat is de bedrijfscultuur, welke waarden in het bedrijf zijn ook jouw waarden.
Dieren weten zich soms wonderwel aan te passen aan onze omgeving. Ze moeten ook wel, wij laten ze niet veel ruimte over. Reigers die massaal in Amsterdam wonen en hun eetgewoonten daar hebben aangepast op wat voorhanden is zijn dat niet van de ene dag op de andere gaan doen. Ik denk dat als je een reiger uit de uiterwaarden van Wageningen
haalt en die in Amsterdam loslaat hij gillend maakt dat hij wegkomt. De reiger blijkt uiteindelijk een opportunist, net als wij eigenlijk. Hebben veel van ons zich niet veel te lang aangepast aan een omgeving die niet echt bij ze past? Hadden we niet direct gillend moeten maken dat we wegkwamen?
Als ik dit schrijf is het de dag van de duurzaamheid, 10 oktober. Trouw maakt vanavond haar duurzame top 100 in totaal bekend. Op nummer 50 staat een nieuwkomer, een vrouw met een bureau dat duurzaam werk zoekt voor mensen die op zoek zijn naar meer zingeving in hun werk. Het trof me dat ze het druk heeft. Duurzame inzetbaarheid gekoppeld aan zin in werk. Trouw 9-10: “Werken in duurzaamheid is hartstikke breed, zegt Schmeddes. Het kan ook gaan om een baan in schone energie, maar net zo goed om bestrijding van eenzaamheid.” Duurzaamheid als het koppelen van wensen, behoeften en verlangens van de werknemer met die van de maatschappij. Dat klinkt me als muziek in de oren.