De natuur biedt op elk moment in het jaar wel metaforen om samen naar de samenwerking in het team te kijken. Met het team een teamwandeling maken en stil staan bij de natuur. Samen kijken hoe de natuur iets aanpakt en dan vragen stellen hoe het zit in het team. Dat geeft mooie aanknopingspunten om verder te praten.
De blog van collega Lysbeth bij ZininWerk ging over samenwerken. Dat bracht mij op het gesprek dat ik met haar had in de Wageningse Uiterwaarden over samenwerken met mensen met een beperking van welke aard dan ook. Mensen die vaak wandelen in de uiterwaarden langs de Rijn zal het zijn opgevallen dat overal rigoureus wordt gemaaid en gekapt. Dat kan nogal een schok opleveren als je door het klaphekje komt en je staat ineens in een ´leeg´ landschap. Rijkswaterstaat doet dit in het kader van ruimte voor de rivieren. Kortweg: bij hoog water moet het water niet worden tegengehouden door te veel vegetatie.
Inmiddels had ik me er al bij neergelegd. Het drastisch maaien van de ruige vegetatie en daarna afvoeren van het maaisel is een veel gebruikte beheermaatregel om meer diversiteit in de plantengroei te krijgen. Meer diversiteit betekent meer veerkracht én een grotere natuurbeleving voor ons! Met dit vooruitzicht is de tijdelijke ´leegte´ voor mij beter te accepteren. De veelal onnodig gekapte bomen laat ik hier even buiten beschouwing hoewel je daar ook een metafoor in kunt zien voor de leegte die ontstaat als de wijsheid en ervaring de organisatie uitgaan als mensen met pensioen gaan.
Hoe komt het dat er meer plantensoorten komen als er minder voedsel is? De aanwezigheid van veel voedingsstoffen levert een voordeel op voor soorten die daar snel gebruik van weten te maken. Bekendste voorbeelden zijn de brandnetel en de braam. Die hebben zo´n snelle groeispurt dat planten die langzamer groeien er niet meer aan te pas komen. In het rivierengebied bijvoorbeeld soorten als kattendoorn, brede ereprijs, veldsalie en elders orchideeën. In veel natuurlijk beheerde uiterwaarden wordt gestreefd naar een grotere biodiversiteit. De luchtvervuiling zorgt er echter nog steeds voor dat stikstof de bodem voedselrijker maakt. Met als resultaat minder diversiteit.
We vroegen ons af hoe dit zit in organisaties. Er wordt al jaren gestreefd naar een grotere arbeidsparticipatie van mensen met een beperking. De resultaten zijn niet denderend. Ook terugdringen van ziekteverzuim, burn-out, stress zijn blijvende aandachtspunten. Gaat het hier ook om een systeem waar met name de ´snelle jongens´ floreren? En dat dan ten koste van anderen? Hoe gaat de samenwerking? Is daar sowieso wel sprake van? En wat is dan die overvloed aan stikstof die extern wordt aangevuld?
Zin in Werk is niet een geïsoleerd thema van elk individu apart. Zin in Werk is een niet te verwaarlozen aspect van een goede samenwerking. En daar hoort ook samenwerking met collega´s met een beperking bij. Voor hen is Zin in Werk ook doen waar je goed in bent daar beter in worden en samen werken aan de doelen van de organisatie. Christien Brinkgreve stelt in Trouw (29nov2016) dat werknemers in een mal moeten passen van wat je hoort te doen en dat er nauwelijks wordt gekeken waar ze goed in zijn, laat staan dat er wordt gevraagd wat de waarde van je werk is voor jou. Zij vertelt hierover uit eigen bijna burn-out ervaring als professor op de universiteit. Een succesvolle vrouw die haar zin in werk dreigde te verliezen in de organisatie.
Als zij daar al last van had hoe werkt dat dan voor mensen met minder bagage? Wordt hen wel gevraagd welke waarde zij toekennen aan hun werk? Wordt er gekeken wat ze goed kunnen of wordt er alleen ingezoomd op wat ze niet kunnen? Meer aandacht voor zin in werk op de werkvloer kan de samenwerking verbeteren en het plezier doen toenemen voor iedereen. Ga het gesprek aan over wat voor jullie de ontregelende ´stikstof´ is. Samen wordt er misschien ook een oplossing gevonden om die aanvoer van ´stikstof´ te verminderen.