Vorige maand schreef ik over het boek Te Voet van Shane O’Mara, de Ierse neurowetenschapper die een pleidooi houdt voor wandelen als preventief medicijn. Het boek heeft veel publiciteit gekregen wat op zich al bijzonder is. Wandelen krijgt gelukkig steeds meer serieuze aandacht. Dat is ook noodzakelijk betoogd O´Mara vanwege ons zittende bestaan. We moeten onze hersenen in training houden en dat doen we het beste door elke dag te wandelen. Een mooie metafoor daarvoor is de door hem beschreven levenscyclus van de zakpijp. De zakpijp is een primitief diertje dat leeft langs zeekusten. In zijn jonge jaren heeft het een soort van oog, een brein en een ruggengraat. Daarmee staat hij aan het begin van de dieren met een ruggengraat zoals wij. Hij zwemt rond en vangt zijn voedsel. Het opmerkelijke van dat diertje is dat als hij ouder wordt hij zich gaat vestigen op een ondergrond. Eenmaal vast verdwijnt het oog, het brein en de ruggengraat, niet meer nodig. Zonder beweging geen hersenen. Tja.